Geschiedenis van Vermout
Vandaag de dag definieert de EU-regelgeving ‘vermouth’ (of ‘vermout’) als een product dat voor minstens 75 % uit wijn bestaat, toegevoegd met suiker, versterkt en op smaak gebracht met gedistilleerde of geïnfuseerde botanicals, waarbij het verplicht is om soorten zoals Artemisia te gebruiken. In feite komt de naam ‘vermouth’ van het Duitse woord ‘Wermut’.

De wijntraditie gaat hand in hand met de oorsprong van de mensheid en is diepgeworteld in alle culturen. In de oude tijd breidde de wijnbouw zich uit over de Middellandse Zee, met name in Fenicië en Griekenland. Van deze volkeren leerden de oude Romeinen de kunst van het wijnmaken en perfectioneerden het, door de productietechnieken en consumptiemethoden te verbeteren.
Wijn in de oudheid werd gekarakteriseerd door een bittere smaak, een hoog alcoholgehalte en een donkere kleur: het was nodig om het te verdunnen met water en het te mengen met kruiden en harsen om het lichter en aangenamer te maken. Alsem en andere bittere essences werden aan de wijn toegevoegd om de eetlust te stimuleren; daarna werd de vloeistof gefilterd. Veel geleerden beschreven hoe wijn te maken en op smaak te brengen, maar na de val van het Romeinse Rijk werden deze technieken in het Westen grotendeels vergeten. Ze overleefden in het Oosten, waar ze verder ontwikkeld en verbeterd werden.
Als gevolg van zijn geografische positie tussen Oost en West, was het in Italië dat de wijn- en aromatiseringstechniek weer werden herontdekt, vanaf de 12e eeuw.
Vanaf de 15e eeuw verspreidde de traditie van het aromatiseren van wijnen zich door de publicatie van gedrukte boeken over het onderwerp.
In de daaropvolgende eeuwen bevorderden commerciële en culturele uitwisselingen de verspreiding van aromatische wijnen in Europa. Het gemeenschappelijke kenmerk van deze wijnen was dat ze Artemisia absinthium bevatten als een van de ingrediënten: een Latijnse term die in verschillende talen werd vertaald, waarbij het Duitse “Wermouth” de overhand kreeg. Wijn op smaak gebracht met artemisia (of “Wermouth”) arriveerde in de tweede helft van de 18e eeuw in Turijn door de banden tussen de Savoye en de Oostenrijkse hoven. Het was een onmiddellijke hit, zodat de Piëmontese wijnmakers hun eigen versies begonnen te produceren.
De optimale omstandigheden voor de teelt van grondstoffen – druiven en aromatische kruiden – gecombineerd met kennis op het gebied van wijnbouw droegen bij aan het bloeien van de productie: zo werd de “Vermout van Turijn” geboren.
In de eerste helft van de 19e eeuw werden de productietechnieken voor vermout verfijnd, wat leidde tot de start van industriële productie. Bovendien waren er in Turijn talrijke cafés, sociale en culturele plekken waar de vermouttrend opkwam en waar het ultieme sociale moment zich verspreidde: dat van het “aperitivo”.
Deze context was de perfecte omgeving voor de oprichting van een nieuw merk, MARTINI, opgericht in 1863 door drie jonge ondernemers: Alessandro Martini, Teofilo Sola en Luigi Rossi.
MARTINI-producten worden wereldwijd erkend om hun uitstekende kwaliteit sinds 1865, toen het bedrijf zijn eerste diploma ontving.
Vandaag de dag heeft Martini & Rossi meer dan 500 medailles gewonnen, waarvan meer dan 150 gouden!